Lay-out

Basisprincipes van Lay-out

Lay-out omvat het plaatsen en ordenen van tekstblokken, zoals titels, tussentitels, bodytekst, bijschriften, paginacijfers en tabellen, in combinatie met visuele elementen zoals foto's, tekeningen, grafieken en logo's. Het doel is een samenhangend en esthetisch aantrekkelijk geheel te creëren. De zetspiegel en het vormgevingstramien, oftewel het lay-outgrid, zijn hierin essentieel.

De zetspiegel

De 'zetspiegel' verwijst naar het gebied waarbinnen de content op een pagina wordt geplaatst. Deze speelt een cruciale rol in het uiterlijk van een drukwerk. Een zorgvuldige afweging van de grootte en positie van de zetspiegel is daarom essentieel bij het ontwerpen van een lay-out.

De grootte en locatie van de zetspiegel consistent houden in een publicatie draagt bij aan een uniforme en professionele uitstraling. De ruimte rondom de zetspiegel, de witmarge, vormt samen met de zetspiegel de bladspiegel.

De marges

Voor een effectieve lay-out is het belangrijk dat de marges rondom het drukwerk niet gelijk zijn. Meestal is de marge aan de rugzijde het smalst, gevolgd door breder kopwit en nog breder snijwit. Het grootste wit bevindt zich aan de onderkant van de pagina, het staartwit.

De marges bij een pagina:

  • Kopwit
  • Snijwit of Zijwit bij een enkele pagina
  • Staartwit
  • Rugwit of Zijwit bij een enkele pagina
Zet- en bladspiegel volgens de Gulden Snede

De zetspiegel bepalen

De zet- en bladspiegel worden voornamelijk bepaald op basis van het papierformaat. Voor het bepalen van de zetspiegel van een boekwerk bestaan diverse methoden, elk met hun eigen historische en praktische overwegingen.

De Gulden Snede

De Gulden Snede is een wiskundig concept dat al eeuwenlang wordt toegepast in kunst en architectuur. Het wordt beschouwd als een esthetisch aantrekkelijke verhouding, die harmonie en balans creëert. Toch is er discussie over de mate waarin het bewust werd gebruikt in historische werken.

Gulden Snede op een lijnstuk
De Gulden Snede op een lijnstuk met lengte a+b=1

Bij een lijnstuk van 8 cm volgens de Gulden Snede corresponderen de verhoudingen met 3/5/8.

  • 8 x 0,382 = 3,056 (afgerond = 3)
  • 8 x 0.618 = 4,944 (afgerond = 5)

Werkwijze Gulden Snede

Bij toepassing van de Gulden Snede op een grootheid, zoals bladbreedte, ontstaat een verhouding die kan worden gebruikt om de bladhoogte, de breedte en hoogte van de zetspiegel en de marges te bepalen.

Voorbeeldberekening voor een rechterpagina uit een boek met een bladbreedte van 21 cm:

  • Bladhoogte = 21 x 1,618 = 33,978 cm
  • Zetspiegelbreedte = 21 x 0,618 = 12,978
  • Zetspiegelhoogte = 33,978 x 0,618 = 20,998
  • Te verdelen margewit in de breedte = 21 - 12,978 = 8,022
  • Te verdelen margewit in de lengte = 33,978 - 20,998 = 12,980
  • Marge links = 8,022 x 0,382 = 3,064
  • Marge rechts = 8,022 x 0,618 = 4,957
  • Marge boven = 12,980 x 0,382 = 4,985
  • Marge onder = 12,980 x 0,618 = 8,021
Zet- en bladspiegel volgens de Gulden Snede
Zetspiegel volgens de methode van de Gulden Snede, met de cijfers van de bovenstaande berekening.

Hoewel de Gulden Snede esthetisch aantrekkelijk is, wordt deze tegenwoordig voornamelijk gebruikt voor zeer luxueuze boekwerken vanwege economische overwegingen. Voor regulier drukwerk wordt vaak een 6/8 verhouding gehanteerd om het bedrukte oppervlak te vergroten en de witranden te minimaliseren.

De diagonaal methodes

Naast de Gulden Snede zijn er praktische methoden om zet- en bladspiegel te bepalen die goede, klassieke resultaten opleveren. Deze methoden zorgen ervoor dat de zetspiegel dezelfde proportie heeft als de pagina.

De diagonaalmethode van de Graaf

De Van de Graaf-methode is veelzijdig en geschikt voor verschillende papierformaten. Bij deze methode blijven de lengte en breedte van de zetspiegel altijd 6/9 van de respectievelijke bladlengte en -breedte.

Zet- en bladspiegel volgens de methode Van de Graaf
Zetspiegel volgens de methode Van de Graaf.
Werkwijze Diagonaalmethode van de Graaf
  1. Trek diagonalen A-C, B-D, E-D en E-C om snijpunten F en G te bepalen.
  2. Trek een rechte lijn vanuit H naar F om punt a te vinden.
  3. Trek vanuit a verticale en horizontale lijnen om de complete zet- en bladspiegel te definiëren.

Diagonaalmethode met variabele zetspiegelgrootte

Deze flexibelere variant van de Van de Graaf-methode laat toe om de grootte van de zetspiegel aan te passen door het startpunt 'a' op de rechterdiagonaal te verplaatsen. Naar boven verplaatsen vergroot de zetspiegel, terwijl naar beneden verplaatsen deze verkleint.

Zet- en bladspiegel volgens de variabele diagonaalmethode
Zetspiegel met de diagonaalmethode met variabel startpunt.
Snelle diagonaalmethode

Voor een snelle bepaling van een zetspiegel met dezelfde verhoudingen als de pagina, is de volgende methode handig.

Werkwijze snelle diagonaalmethode
  1. Trek loodlijn A-B.
  2. Meet loodrecht vanaf de linkerkant naar de diagonaal de zetbreedte af.
  3. Duid het punt waar de diagonaal de zetbreedte raakt aan met C.
  4. Trek vanuit C horizontale en verticale lijnen om de punten D en E te vinden.
  5. Het gevormde vlak definieert een zetspiegel met dezelfde verhouding als de pagina.
Zet- en bladspiegel snelle methode
Snelle methode voor het bepalen van de zetspiegelgrootte.

Zetspiegel met de deling van twaalf

Bij de delingsmethode van twaalf worden de breedte en hoogte van de pagina in twaalf velden verdeeld. Eén veld voor kopwit en rugwit en twee velden voor snijwit en voetwit.

De deling van negen gebruikt dezelfde techniek maar dan met negen velden.

Zet- en bladspiegel deling van twaalf
Zetspiegel met de deling van twaalf.

Praktische suggesties bij het bepalen van zet- en bladspiegels

  • Begin met het bepalen van de zetbreedte, gebaseerd op het volume van tekst, foto's, tekeningen en tabellen.
  • Zorg dat de marges niet te krap zijn om afwijkingen bij het snijden op te vangen (bijvoorbeeld, variaties van 13-15mm zijn minder zichtbaar dan 3-5mm).
  • Bij het vaststellen van de paginaverhoudingen, bekijk altijd twee tegenoverliggende pagina's, omdat de lezer meestal zo kijkt.
  • Losbladige werken vereisen vaak bredere marges van minstens 2 cm, vooral aan de kant waar de binding plaatsvindt.